30 maart 2013

Visie op Zorg voor Jeugd

In vervolg op de vergadering van de commissie samenleving waarin gesproken werd over de lokale en regionale visie op Zorg voor de Jeugd, kwam de fractie van de SGP tijdens de raadsvergadering van 26 maart terug op een toezegging van de portefeuillehouder. Hij gaf aan, zoals het in het verslag staat, dat hij “de adviezen mee neemt en afweegt.”
Dit is wat ons betreft te vrijblijvend. We zitten immers in een ontwerptraject in de wettelijke richtingsfase, waarin we richting gaan geven aan de organisatie en strategische keuzes maken vanuit de missie en visie. De vraag die daarbij hoort is: “Wat is onze echte focus?”

Wij zien graag dat er een aantal kaders duidelijk van tevoren worden gezet en meegegeven aan het traject.

Het eerste betreft het onderdeel identiteit.
Tijdens de behandeling van dit agendapunt in de commissie samenleving, heeft onze fractie aandacht gevraagd voor de formulering door de WMO-raad.

Identiteit als grond opnemen voor de keuze van hulpverlener In diverse situaties hecht de Wmo-raad eraan dat identiteit gebonden zorg beschikbaar is. Het kan betekenen dat er een oplossing gevonden wordt door een extra hulpverlener (regionaal of landelijk) of een PGB aan te bieden. Volledigheidshalve zij opgemerkt dat identiteit niet alleen met religie maar ook met cultuur en etniciteit te maken heeft. Dit kan het verschil maken tussen succes en falen.

Voor de SGP-fractie is dit een aangelegen punt.

Gemeenten zijn immers wettelijk verplicht bij het organiseren van de zorg voor de jeugd rekening te houden ‘met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders’ (artikel 2.2, lid 6c van de concept-Jeugdwet).
Wat ons betreft moet dit echt een duidelijke plaats in de startnotitie krijgen.
Zoals het er nu staat is het wat ons betreft niet duidelijk genoeg.

Keuzevrijheid wil namelijk zeggen dat ouders, bij gebleken behoefte aan een of meerdere vormen van jeugdzorg de vrijheid hebben om zelf te bepalen vanuit welke levensbeschouwelijke visie die hulp verleend wordt. Vervolgens kan de gewenste hulp door de overheid in natura worden verstrekt, dan wel met financiële ondersteuning van de gemeente in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) door de hulpvrager worden ingekocht.

Wij denken dat dit ook noodzakelijk is om op deze manier zorgmijding vanwege de culturele of levensbeschouwelijke achtergrond te voorkomen.
En… we zijn er van overtuigt dat dit ook kan.
Dit de reden dat wij een amendement indienen, waarbij het kader van de identiteit met name op het gebied van de keuzevrijheid focus krijgt.

Het tweede punt dat ons zorgen baart is de link met het onderwijs. Dit werd door de wethouder tijdens de commissievergadering afgedaan als een “technische vraag”. Of de wethouder heeft de vraag niet begrepen, of wij hebben een totaal verschillende definitie over het begrip “technische vraag”.

Op dit moment zijn er allerlei ontwikkelingen gaande als het gaat om de signalering, opvang, begeleiding, hulp aan kinderen van 0 tot 21. Dit o.a. door middel van het onderwerp dat op dit moment op de agenda staat, maar ook in het onderwijs. Daar is de ingrijpende operatie Passend Onderwijs gaande.
Er zijn duidelijke links waar te nemen.

Concluderend moet ik zeggen dat er tot nu toe goed werk is geleverd. Dat het zeker perspectief biedt voor de toekomst. We gaan immers een groeiproces in.

Aan de andere kant zien we graag bij de voordeur een aantal zaken goed geregeld zijn en de focus duidelijk is.

We hopen dat met deze toevoegingen te bereiken.