25 februari 2022

SPREKEND BARNEVELD #6 | Gerard van Beek

In een serie portretten spreken we met personen die een vertegenwoordigende functie hebben in onze gemeente of die te maken hebben met problemen of uitdagingen waar onze Barneveldse samenleving voor staat.  In deze aflevering spreken we Gerard van Beek ondernemer in de agrarische sector.

Gerard is blij dat hij in Barneveld onderneemt. ‘Ik heb een hele goede relatie met de gemeente. Als wij iets willen hebben, hebben we korte lijntjes met het gemeentehuis. Niet alles kan altijd natuurlijk, maar we worden wel goed geholpen.’

Dienstbare overheid
Tegelijkertijd ziet hij, onder andere vanwege zijn rol binnen de BIK, dat dit lang niet voor alle ondernemers in Barneveld geldt. Vaak is de mogelijkheid van korte lijnen niet bekend. En dat vindt hij jammer. ‘De gemeente zou veel meer kunnen doen om ondernemers actief te ondersteunen en adviseren. Stel bijvoorbeeld een regisseur aan binnen het gemeentehuis die complexere vergunningsaanvragen begeleidt. Die regisseur komt naast je zitten en helpt je door de ingewikkelde processen binnen het gemeentehuis heen. De afdeling economie moet voor alle ondernemers makkelijk bereikbaar zijn. Met de toekomstige groei van Barneveld is dit echt noodzakelijk.’ Hij is blij dat de SGP dit punt heeft opgenomen in het verkiezingsprogramma.

De negatieve voorbeelden heeft Gerard ook gezien. Zowel bij hemzelf, maar ook bij andere ondernemers. ‘De omgevingsdienst heeft bijvoorbeeld een sterke houding van controle. Ga nu eens naast een ondernemer zitten, vraag wat hij wil, adviseer hem. Zorg dat je in gesprek blijft.’

Het firma G. van Beek & Zn.  ontwikkelt van alles voor de kalversector. Er worden stallen gebouwd, kalveren worden gehouden (ook onder contract bij kalvermesters), maar men is naast de handel vooral bezig met het innoveren van de kalversector.

Ook agrariërs hebben onze steun nodig. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de boeren toekomst hebben in Nederland. Boeren willen ook vernieuwen en innoveren. Zij willen er alles aan doen om een bedrijf op te bouwen wat de toekomst kan verdragen, maar dan moet daar wel een goed verdienmodel tegenover staan. En de regels en voorwaarden moeten wel duidelijk voor hen zijn, zodat de stip op de horizon uiteindelijk bereikt kan worden. Zorg voor een duidelijk en constant beleid. Dan kunnen boeren plannen maken voor de lange termijn.’

Hij betreurt het negatieve beeld dat er bij een deel van Nederland heerst over de agrarische sector. ‘Laat mensen maar eens gaan kijken bij de boeren en hun oordeel baseren op feiten en cijfers.’

Innoveren
Gerard van Beek is zelf continu bezig met innoveren. ‘Een van de grootste uitdagingen voor de agrarische sector in de komende periode is de reductie van schadelijke stoffen. Niet alleen van de agrarische sector overigens, alle sectoren moeten dit samen doen.’ Gerard denkt met zijn onderneming graag vooruit en heeft verschillende onderzoeken en projecten lopen om bijvoorbeeld uitstoot van schadelijke stoffen te reduceren. Hij waardeert het als er vanuit de overheid even met zijn projecten meegekeken wordt, zodat de ambtenaren op de hoogte zijn van de praktijk en niet alleen van de theorie.

Van Beek is blij met de BTO en Barneveld Tomorrow. Beide projecten die ervoor zorgen dat jongeren in Barneveld goed opgeleid worden en verbonden blijven aan de economie van Barneveld. ‘BTO zorgt ervoor dat de jongeren opgeleid worden voor de praktijk. Dat er goede verbinding is tussen school en hun toekomstige arbeidsplaats. Barneveld Tomorrow zoekt vooral naar verbinding tussen hoger opgeleide jongeren en de Barneveldse ondernemers. We hebben een uniek matching platform. 80% van de inschrijvingen zorgt voor een match tussen een Barnevelds bedrijf en studenten en werkzoekenden die goed bij de waarden van het bedrijf passen.’

Gerard is niet alleen bezig met ondernemen, de agrarische sector en de Barneveldse economie. Hij vindt het ook erg belangrijk om jongeren met een beperking een plekje te bieden. ‘Ik wil ook wat doen voor jongens die het moeilijk hebben en in Barneveld een plekje nodig hebben. Zo hebben we hier verschillende jongens die moeilijk kunnen leren, een vervelende thuissituatie hebben of bijvoorbeeld een stoornis in het autistisch spectrum hebben. Op één voorwaarde: er moet een goede wil zijn. Ze moeten zich wel inzetten!’