19 maart 2019

Fijnstof: probleem dat om oplossing vraagt

Regio Barneveld kent dichtere concentraties fijnstof dan elders in ons land. Dit heeft gevolgen voor onze gezondheid. SGP-raadslid Wout Hazeleger organiseerde een avond voor raadsleden en belangstellenden om de feiten rond deze problematiek helder te krijgen en om gezamenlijk oplossingen dichterbij te brengen.

“Fijnstof stapelt,” klonk het meerdere keren op de avond. Twee sprekers op de avond noemden vier categorieën – veehouderij, verkeer, industrie en houtstook – als bronnen die 25% van de fijnstof veroorzaken. De overige 75% van de fijnstof in Nederland overkomt ons van elders. Van genoemde 25% uitstoot is 63% afkomstig van de veehouderij. De dichtere concentraties zijn daardoor met name te vinden in het buitengebied. “Sinds een aantal jaren verbetert de fijnstofconcentratie in Nederland, alleen de Gelderse Vallei daalt niet zo hard mee,”  liet gemeentemedewerker Arjan Bossenbroek zien op een kaart. “Er zijn aanwijzingen dat dit komt door de pluimveehouderij.” Jan Workamp, werkzaam bij het Praktijkcentrum Emissie Vermindering (EPV), verklaarde de achterblijvende daling door de omschakeling in de sector van batterijstallen naar o.a. uitloopstallen. Hij liet een grafiek zien: “De fijnstofwaarden zijn tot tien keer meer gestegen.”                

“Fijnstof is een gezondheidskundig issue,” gaf GGD-arts Rik van de Weerdt aan. De kans om er longkanker door te krijgen is gering, maar het heeft met name invloed op de (ontwikkeling van) de longen, legde hij uit. “Er zijn talloze wetenschappelijke onderzoeken die deze invloed inmiddels aantonen.” Het is volgens de arts positief dat men nu weet dat pluimveehouderijen een bron vormen.  “In het begin was dat helemaal niet duidelijk. In deze regio weten ze goed waar ze mee bezig zijn en  hebben ze de kennis voor een gerichte aanpak,” aldus Van de Weerdt.

Arjan Bossenbroek gaf aan dat ze binnen de Regio FoodValley ingezet hebben op twee sporen voor het beleid om fijnstofuitstoot te verminderen, een praktijkspoor en een bestuurlijk spoor. Met betrekking tot het eerste spoor is het EPV opgezet, dat als taak heeft om doeltreffende innovaties te onderzoeken die fijnstof zouden kunnen verminderen. Jan Workamp vertelde dat zij inmiddels “perspectiefvolle technieken” onderzocht hebben. Eén daarvan is bijvoorbeeld ionisatie, waardoor deeltjes fijnstof samenklonteren in de lucht die vervolgens neerslaan in de omgeving.

De aanpak op bestuurlijk niveau was erop gericht om belemmeringen in wet- en regelgeving weg te nemen. “De bestuurlijke aanpak van onze regio werd landelijk erkend en is in het regeerakkoord opgenomen,” vertelt Bossenbroek. Ook toonde hij een tabel waarin de resultaten zichtbaar werden van de fijnstofreductie in de veehouderij ten gevolge van hun beleid. “Met name boeken we veel winst met nieuwe stallen.”

Pro ’98 startte een initiatief om zelf de waarden te meten van fijnstof in de regio. “Het RIVM werkt met rekenkundige modellen, maar de werkelijke lokale meetwaarden zijn niet bekend,” aldus Pro ’98 raadslid Martin Lentink. Hij liet met een boodschappenlijstje zien dat het relatief goedkoop en eenvoudig is om zo’n meter aan te schaffen en vervolgens zelf in elkaar te zetten. Lentink liet in één grafiek de gemeten waarden zien van deze plaatselijke meters en de waarden van het RIVM. De twee grafieklijnen komen overeen, met af en toe wat scherpere piekjes op de lijn voor de plaatselijke metingen. “De dure apparaten van het RIVM zijn veel nauwkeuriger, maar dat wordt gecompenseerd doordat wij veel metingen hebben.”

  • Er was veel belangstelling voor de informatiebijeenkomst!

Foto's: Teunis den Boon

Tekst: Gerdine Schouten (Schouten Schrijft)