Bestemmingsplan Buitengebied 2012

 We mogen wel zeggen dat de vergadering van april 2013 een bijzondere raadsvergadering was toen het nieuwe bestemmingsplan ‘Buitengebied 2012’ werd behandeld. Jaren is er intensief gewerkt aan de totstandkoming van dit omvangrijke plan. Een plan dat niet meer vanaf een tekenbord of grote tekening wordt gelezen maar een digitaal bestemmingsplan, dag en nacht beschikbaar voor iedereen die er belang bij heeft.

Bijna drie jaar geleden, 1 juni 2010, heeft de raad de kaders vastgesteld verwoord in de Nota van Uitgangspunten Buitengebied. Vervolgens is de Structuurvisie Buitengebied Barneveld vastgesteld en is de milieueffectrapportage opgesteld. De raad heeft lopende het voor bereidingstraject nog een aantal beslissingen genomen ten behoeve van het nieuwe bestemmingplan zoals o.a. functieverandering en mantelzorg. Veel onderzoek is er gedaan naar bestaande functies van de ca. 2300 adressen met de aanwezige panden en percelen in het buitengebied.

Als SGP fractie zijn we content met de zorgvuldige wijze waarop het College  de actualisering van het voorliggende bestemmingsplan ‘Buitengebied 2012’ is gestart en vervolgens het hele voorbereidingstraject interactief heeft gevoerd. De Klankbordgroep , samengesteld uit vertegenwoordigers van verschillende belangengroepen,  hebben veel meegedacht en discussie gevoerd over de definitieve invulling van het nieuwe plan. We willen de leden van de Klankbordgroep hartelijk dank zeggen voor hun constructieve bijdragen en positieve inzet!

Een belangrijk onderdeel van deze omvangrijke klus was en is het onderdeel communicatie en voorlichting.  Naar onze mening is daar veel aandacht aan besteed. Ondanks dat het een lange tijd erg stil was in een periode van  inventarisatie en voorbereiding, is het plan vanaf vorig jaar zomer in een stroomversnelling gekomen. De bewoners en gebruikers van het buitengebied hebben dat gewaardeerd en daar ook gebruik van gemaakt. Dit concluderen we uit de velen reacties die we als SGP-fractie hebben ontvangen, zoals telefoongesprekken, e-mails en bedrijfsbezoeken.  Maar ook kunnen we dat concluderen uit het aantal ingediende zienswijzen (ca. 246) en daarop volgend de (ca. 116) insprekers in de drie gehouden hoorcommissievergaderingen van de afgelopen weken. Deze hoorvergaderingen waren prima voorbereid en zijn naar onze mening ook goed verlopen. Een ieder kon zijn/haar zienswijze nogmaals toelichten aan de commissieleden en de verantwoordelijk wethouder, maar hier ook over discussiëren. De juridisch toetsing van het voorliggende plan is, voor zover wij dat kunnen beoordelen, zorgvuldig en deskundig gebeurd. Als SGP-fractie kijken we met genoegen terug op de constructieve en waardige wijze waarop dit alles is verlopen.

Een op de toekomst gericht bestemmingplan ‘Buitengebied 2012’ ligt voor ons. Een plan welke mogelijkheden blijft bieden voor verdere ontwikkeling van de landbouw. Dat de uitoefening van de landbouw in goede harmonie met de andere functie in het buitengebied moet zijn staat buiten kijf. De meeste bestemmingen zijn gelijk gebleven zoals het was. Ook aan de inhoudsmaten en bouwhoogten van woningen en bedrijfsgebouwen is weinig gewijzigd. Er is zoveel mogelijk vastgelegd uit luchtfoto’s, verleende bouwvergunningen en vrijstellingen.

Dat niet alle percelen zijn ingevuld, maar nog als een witte vlek op de kaart staan, heeft o.a. te maken met lopende zaken en nader uit te zoeken mogelijkheden. De gemeente moet er alles aan doen om ook deze gebruikers en eigenaren te helpen. Dat zal altijd zo blijven, een bestemmingsplan is en blijft dynamisch, zeker in ons Barneveldse buitengebied waar heel veel gebeurd. 
Helaas zijn tijdens de hele procedure ook ontwikkelingen aan de orde gekomen die in strijd zijn met het bestemmingsplan. We hebben hier te maken met, enerzijds de dynamiek in het gebied en, anderzijds, het spanningsveld tussen wat men wil en wat kan en mag. De komende tijd zullen hier over goede afspraken gemaakt moeten worden met de betrokkenen.

Een aantal zaken willen we als fractie benadrukken:

• De dikke viltstiftstreep op de huidige analoge tekeningen en de dunne lijn in het digitale systeem. Door een adviseur van een inspreker is er op gewezen dat de buitenzijde van de analoge tekening rechtsgeldig zijn. Het College heeft dit overgenomen en voorgesteld dat het bouwblok met 500 m2 uitgebreid mag worden. Aan welke zijde van het perceel is de keuze van de ondernemer. Als SGP-fractie willen de 500 m2 wijzigen in 750 m2. Naar onze mening doet dit meer recht aan de ondernemer dan het collegevoorstel. (MOTIE)
• De goothoogte van niet agrarisch bedrijven staat in het collegevoorstel op 3,50 m hoog. Gezien het gebruik van deze bedrijven en de maximale hoogte van bijvoorbeeld een vrachtwagens, is ons voorstel om deze goothoogte op trekken naar 4,00 meter. (MOTIE)
• Bij het bepalen van de inhoud van woningen is het gebruikelijk om de begane grondvloer mee te meten. De praktijk is dat er, gezien de hoge isolatie eisen voor bouwwerken, dikke isolatievoeren worden toegepast. Deze duurzame ontwikkeling moeten we niet afstraffen door de begane grondvloer ook mee te meten bij het bepalen van de inhoudsmaat. De SGP-fractie stelt voor om dit aan te passen en deze vloer niet mee te rekenen. (MOTIE)

In de commissievergadering van mei zullen nog een aantal zienswijzen worden besproken, dit naar aanleiding van de discussies in de hoorcommissies van de afgelopen weken. We gaan ervan uit dat deze raad eind mei het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2012’ definitief kan vaststellen.

Nogmaals willen we allen die hebben meegewerkt aan de tot standkoming van dit plan hartelijk bedanken.

Tot slot,

In ons verkiezingsprogramma 2010-2014, met de slogan ‘Voor ieder Eén’ hebben we als SGP de volgende passage opgenomen over ons mooie buitengebied:

De SGP steunt de landbouw in de zoektocht naar harmonie tussen agrarische bedrijvigheid en leefkwaliteit. De landbouw moet de hoofdgebruiker blijven van het buitengebied, en zij zijn de beste partner voor het beheer ervan. Uitbreiding van agrarische bedrijven moet dan ook gefaciliteerd worden in het ruimtelijk- en milieubeleid van de gemeente. Ook hier moet economie en ecologie in balans zijn, zodat de kwaliteiten van de natuur en het landschap zorgvuldig bewaard worden.