25 april 2019

Bert Jan Ruissen bezoekt Food-Valley

Foodvalley geeft signaal: EU, geen regels, maar ruimte

 

Samenwerken is de sleutel voor het succes van de Foodvalley. Denk bijvoorbeeld aan de ICT-campus welke regionale samenwerking tussen bedrijven, overheid en onderwijs faciliteert om zo innovatie te stimuleren. Een ander voorbeeld is de Regiodeal Foodvalley, waarbij het Rijk, provincies en onderwijsinstellingen hun schouders onder de grote uitdaging van de toekomst zetten: goed en genoeg voedsel. Regionaal intensiveert de samenwerking. De SGP stelt dat dit noodzakelijk is voor innovatie en ziet een belangrijke taak voor de EU: ruimte geven aan innovatie.

 

Dinsdag brachten verschillende lokale SGP-ers samen met SGP-kandidaat Europarlementariër Bert-Jan Ruissen bezoeken aan bedrijven in de Foodvalley zoals BIT, Mprise en Vreugdenhil. De dag werd afgesloten bij kalverhouderij Beekzicht. Ruissen: “Een belangrijk signaal dat ik van de ondernemers kreeg is dat er behoefte is aan ruimte, niet aan regels vanuit de EU. De EU moet geen Superstaatje spelen, maar ruimte bieden aan innovatie en samenwerken. Op die manier kunnen we een antwoord bieden op de uitdagingen van de toekomst, bijvoorbeeld rond voedsel.”

 

Ondanks mooie regionale voorbeelden gaat innoveren en samenwerken internationaal niet vanzelf. Een belangrijke reden hiervoor is dat iedere lidstaat een eigen nationaal belang heeft. Dit kwam bijvoorbeeld recent naar voren bij de visserij: hoewel Nederlandse vissers innoveren, zijn andere lidstaten hier nog niet klaar voor. Hierdoor worden Nederlandse vissers gedwongen terug te gaan naar de oude, meer vervuilende en minder effectieve werkwijze. Ook in de agrarische sector staan regels noodzakelijke innovaties te vaak in de weg. Ruissen stelt dan ook: “Als ik op 23 mei verkozen wordt wil ik in Brussel pleiten voor meer samenwerken op lokaal, regionaal en internationaal niveau. Wil ik pleiten voor meer ruimte voor innovatie en wil ik mij vooral inzetten op minder belemmerende regels want dát is essentieel om ook in de toekomst goed en genoeg voedsel te produceren.”