29 januari 2014

Beleidskader decentralisaties

De afgelopen tijd konden de kranten niet worden opengeslagen of het ging er wel over: de overheveling van taken van de rijksoverheid naar de gemeente op het gebied van welzijn en zorg. Ging het niet om de financiën die er mee gepaard gaan dan wel over de zorg of de gemeenten deze taken wel op de juiste wijze kunnen uitvoeren.

De gemeente Barneveld is voortvarend aan de slag gegaan met de nieuwe taken en heeft in een interactief proces met burgers, zorgorganisaties en maatschappelijke organisaties beleidskaders voorbereid. Deze kaders liggen vanavond voor ter besluitvorming.

Het is volgens de SGP een goede zaak dat de kaders vanavond worden besproken. Immers, op 1 januari 2015 moeten de nieuwe taken worden uitgevoerd door de gemeente en er moet nog veel geconcretiseerd worden.

 

In het beleidskader wordt melding gemaakt van 10 pijlers. Deze pijlers komen voort uit het WMO-beleidsplan en geven daarbij continuïteit van beleid. De SGP onderschrijft deze pijlers. Naast de landelijke kaders zijn er twee kaders toegevoegd: plaats voor lokale organisaties en identiteitsgebonden zorg die dicht bij de burgers staat.

Het motto Zelf Samen Gemeente is de rode draad in het beleid. Er vindt een overgang plaats van rechten naar plichten. Dat spreekt de SGP aan, dat geeft ook ruimte voor lokaal beleid. Dat er daarbij differentiatie plaats vindt tussen gemeenten is ontegenzeggelijk. Daarbij blijft voor de SGP de overheid schild voor zwakken, dat zal concreet moeten worden uitgewerkt in de verordeningen.

Bij de toeleiding naar hulp is het gesprek van groot belang. Er moet worden gezocht naar de vraag achter de vraag. Bovendien moet een en ander op deskundige en onafhankelijke wijze gebeuren. De gespreksvoerders moeten de juiste kwalificaties hebben. De SGP wil het belang van het gesprek benadrukken waarbij er echt wordt geluisterd naar de burger. Daarbij is het niet zo dat de burger krijgt wat hij of zij verlangt maar wel datgene wat hem verder helpt. Eigen kracht en zijn omgeving zijn daarbij van groot belang.

Van belang is hulp dichtbij de cliënt. Dus de burger moet weten wat het aanbod is, waar hij of zij terecht kan. Goede voorlichting is noodzakelijk. De SGP wil dat daar in een commissievergadering nader over wordt gesproken. Er moet een focus op voorlichting gaan liggen.

Verder kan de samenhang tussen de decentralisaties wat de SGP betreft niet genoeg worden benadrukt. Er wordt flink bezuinigd vanuit het rijk, het is van belang efficiency voordelen te halen door een lokale en integrale aanpak. Om deze integrale aanpak te bewerkstelligen zijn stappen gezet maar het moet een voortdurend proces zijn in de hoofden van een ieder dat de problematiek in samenhang moet worden bekeken.

Wat betreft de voorzieningen wil de SGP er op wijzen dat organisaties met vrijwilligers zelfstandig zijn en wat ons betreft dat ook blijven. Uiteraard worden ze ingeschakeld in het verlenen van zorg maar altijd binnen de eigen kaders. De gemeente kan een organisatie niet forceren om bepaalde werkzaamheden wel of niet te doen. Dat moet altijd in overleg gebeuren.

Bij de nieuwe WMO is het van belang vrijwilligers te ondersteunen, optimaal te begeleiden, en respijtzorg te bieden. Vrijwilligers zijn volgens de SGP het cement van onze samenleving. Dagactiviteiten ter ontlasting van de mantelzorger zijn belangrijk. Daarbij moet niet alleen Welzijn Barneveld een plaats hebben maar ook andere vrijwilligersorganisaties, waarbij er samen wordt gewerkt om elkaar te versterken waar dat kan.

Wat betreft zelfstandig een huishouden kunnen voeren is het sociale netwerk belangrijk wat sterk moet zijn. Daarnaast wordt er maximaal ingezet op het stimuleren van ouderen om deel te blijven uitmaken van hun netwerk en is er bijzondere zorg voor de eenzamen in de visie van de SGP.

Werkgevers zijn van groot belang bij de participatiewet. Zij moeten optimaal worden ondersteund en met elkaar in verbinding worden gebracht. De administratieve lasten moeten zo laag mogelijk zijn.

Werkervaring opdoen is belangrijk. Daarom wil de SGP dat mensen die een bijstandsuitkering ontvangen een tegenprestatie leveren in de vorm van al dan niet betaald werk. Er wordt dan een bijdrage aan de samenleving geleverd en de persoon zelf krijgt werkritme wat het krijgen van een baan kan vereenvoudigen.

Het inzetten van gelden ten bate van re-integratie moet gebeuren voor met name de doelgroep die grote kans maakt op werk. Daar kan de SGP mee instemmen. Dat betekent echter tegelijk dat de mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt niet uit het oog moeten worden verloren. Het doel om deze mensen mee te laten doen in de maatschappij blijft staan. De SGP verwacht beleid van de gemeente om deze mensen een bijdrage te laten leveren aan de maatschappij.

Het rijksbudget is leidend. Dat kunnen wij begrijpen. Om te voorkomen dat aan het eind van een jaar het geld op is en mensen geen hulp meer kunnen krijgen is het van belang dat gedurende het jaar de uitgaven strikt worden gemonitord. Deze monitors moeten ook ter beschikking van de gemeenteraad worden gesteld door middel van de maandrapportages. Zodoende kan er tijdig worden bijgestuurd door extra financiën of bepaalde keuzes in het aanbod.

Overigens moeten er eenduidige criteria komen die er voor zorgen dat mensen die hulp nodig hebben in crisissituaties deze hulp ook kunnen blijven krijgen, ook als de financiën opraken. Wij verwachten in de verordeningen criteria die er voor zorgen dat er geen knelsituaties ontstaan.

Het beleidskader is tot stand gekomen in nauw overleg met burgers en organisaties. De SGP vindt dit een bijzonder goede zaak. Er is vanuit dit huis veel tijd en energie gestopt om het beleid in samenwerking met de burgers en betrokkenen tot stand te laten komen. Dank daarvoor. Bij het tot stand komen van de verordeningen moet ditzelfde proces worden gevolgd.

De beleidskaders vormen de kaders. Zoals aangegeven moet er nog veel worden geconcretiseerd. Daarbij is ook van belang hoe de wet er uit komt te zien. De SGP ziet vooral nog noodzakelijke concretisering vereist op het gebied van:

  • de plaats van identiteit in het aanbod
  • de aanbesteding van de inkoop van zorg en
  • het bevorderen van de samenhang in de samenleving ( belangrijk punt in het geheel) door activiteiten en burgerinitiatieven

De uitgangspunten van de overheid om directe vormen van solidariteit meer te bevorderen, sluiten goed aan bij de visie van de SGP:

  1. Er wordt uitgaan van wat mensen (nog) wel kunnen in plaats van wat zij niet kunnen.
  2. Als ondersteuning nodig is, wordt eerst gekeken naar het eigen sociale netwerk en wordt de hulp dichtbij georganiseerd. Voor de SGP is het heel belangrijk om kerken en maatschappelijke organisaties hierbij een rol te geven.

De SGP ziet daarbij niet alleen een financiële uitdaging, maar ook een maatschappelijke uitdaging. De zorgvragen nemen toe, terwijl de solidariteit door toenemend individualisme onder druk staat. De ontwikkeling naar een samenleving waarin mensen nog meer voor elkaar zorgen heeft daarom ook tijd nodig. Er is een cultuur- en mentaliteitsverandering nodig. Het moet vanzelfsprekend zijn dat mensen voor elkaar zorgen. Maar ook dat mensen een beroep doen op hun omgeving wanneer zorg of ondersteuning nodig is. Mensen moeten leren dat de overheid niet de eerstverantwoordelijke is voor zorg- en ondersteuning.

Er wordt in het kader van de decentralisaties meer verantwoordelijkheid neergelegd bij de burgers en de samenleving waarbij de overheid een vangnet voor de zwakkeren blijft. Dat is wat de SGP betreft Beter voor elkaar.